Programmering is een veel voorkomend gevolg van ritueel misbruik. Terwijl een meisje wordt verkracht, krijgt ze telkens te horen dat bv. Jezus dit doet. Systematisch wordt het slachtoffer op deze wijze geconditioneerd (geprogrammeerd) en begint zijn deze leugens werkelijk te geloven. Het effect op het slachtoffer is desastreus: Elke keer als ze de naam Jezus hoort, komt haar innerlijk in opstand tegen deze “Jezus, die kleine meisjes verkracht”!
Het slachtoffer kan systematisch geconditioneerd zijn door: · ritmisch toegediende slagen · Elektroshocks · Snel en fel licht · Harde en zachte geluiden · Veelvuldig herhaalde dreigingen, enz.
Het programmering dient meerdere doelen · Het slachtoffer zal niets naar buiten mogen brengen van wat hem/haar is overkomen · Het opwekken van robotachtig gedrag in het slachtoffer, waardoor hij/zij alle opdrachten zonder weerstand uitoefent. · Het slachtoffer moet zich minderwaardig voelen · Het slachtoffer moet het gevoel krijgen dat hij/zij ‘graag’ slachtoffer wil zijn. · Het slachtoffer wordt, zonder dat hij/zij beseft, gebonden aan de dader of de cult die hem/haar hierdoor in zijn macht heeft. · Het slachtoffer wordt zo geconditioneerd dat ze zichzelf moet verwonden bij een bepaalde code, · Het kind slachtoffer zo geconditioneerd dat ze bij bepaalde cue’s terug gaat naar de cult, ook in het volwassen leven.
Vaak werken de daders ook met verdovende middelen om iemand zo murw te krijgen, dit gebeurd door alcohol en drugs en allerlei andere medicamenten, de slachtoffers raken verslaafd en dat bindt ze weer aan de cult.
Programmeren gebeurd ook door:
Lichamelijke mishandeling: slachtoffers krijgen elektroschoks toegediend, worden verkracht, worden aan handen en of voeten opgehangen, levend begraven, worden gedwongen tot het innemen van drugs en of alcohol, worden gedwongen tot het eten van sperma, bloed urine en ontlasting.
Geestelijke mishandeling: slachtoffers worden in zo’n positie gebracht dat ze nooit kunnen winnen: "je kunt kijken hoe deze kat doodgemarteld wordt; of je kunt hem zelf snel doomaken zodat de kat geen pijn heeft". Doel hiervan is om het slachtoffer te laten geloven dat ze bij de cult hoort en in wezen een slecht persoon is. Het is ook niet ongebruikelijk dat het slachtoffer zwanger gemaakt wordt om het kind vervolgens af te staan aan de cult. Kinderen worden gedwongen om ander kinderen seksueel te misbruiken voor pornografische doeleinden waarmee ze later gechanteerd kunnen worden.
Er wordt door de cult gezegd "ik hou van je of ik help je" tijdens het martelen later zullen dezelfde woorden extreme paniek veroorzaken. Een slachtoffer kan verdoofd worden, en later wakker worden met bloed op haar buik terwijl er verteld wordt dat er een bom in haar geplant is die zal ontploffen als ze iets vertelt. Een meisje wordt verkracht terwijl er tegelijkertijd wordt verteld dat Satan het doet, en dat ze Satans kind zal baren. Cult zullen ook de realiteitszin verstoren door zich als priester, politieman, vrouw of Mickey Mouse te verkleden, het kind leert hierdoor dat iedereen een lid van de cult kan zijn, en dat daarom niemand buiten de cult te vertrouwen is.
Programma’s worden geactiveerd doordat de dader een bepaalde code aan een programma heeft verbonden. Door deze code uit te spreken of op te schrijven en zo het slachtoffer hiermee te confronteren, wordt een bepaald programma geactiveerd. Deze code kan als trigger werken op het slachtoffer. Het programma kan op verschillende manieren geactiveerd worden:
· per toeval. Als een bepaald woord of zinsnede, geluid of geur het slachtoffer prikkelt (triggert), waardoor een bepaald programma wordt geactiveerd. · De daders activeren een programma (persoonlijk, per brief, via de telefoon, enz.) · Bepaalde traumatische herinneringen kunnen als een trigger werken, waardoor een programma geactiveerd wordt.
Grootste probleem is de doorgaande programmering, slachtoffers van ritueel misbruik zijn getraind om te reageren op externe stimuli, voorbeelden hiervan zijn: steeds opgebeld worden, als je opneemt wordt er neergelegd. Iemand die je opbelt en zegt "ik hou van je", hete ontvangen van ansichtkaarten en bepaalde tonen kunnen allemaal verschillende programma’s in het werk stellen om terug te gaan naar de cult. Het negeren van deze boodschappen houdt in vechten voor je leven, en je tegelijkertijd extreem angstig en machteloos voelen. Ook zijn er zogenaamde terugroep jaren (27, 30, 33). Het slachtoffer moet als het deze leeftijden heeft bereikt terug of zich zelf doden.
Slachtoffers worden ook geplaagd door de zogenaamde "survivor quilt", ze zullen het gevoel hebben dat ze geen recht hebben om te leven, dat ze door en door "rot" zijn. Als het slachtoffer zich begint te herinneren en realiseren dat ze heeft meegedaan aan criminele en satanische praktijken kunnen er intense schuldgevoelen ontstaan. Besef dat je een slachtoffer was en niet uit vrije wil handelde. Het wordt nog moeilijker als het slachtoffer merkt dat er delen plezier beleefde aan het pijn doen van andere.
Het gaat om het accepteren dat deze gevoelens beschouwd moeten worden als afwerings vormen om zich aan te passen aan een zieke omgeving, het was een manier om ergens bij te horen. De waarheid is dat ieder kind eerder voor het leven dan de dood kiest, ze worden ten tijde van het misbruik voor deze onmenselijke keuzes gesteld.
Voorkomende programma’s bij ritueel misbruik slachtoffers. 1- "Snijprogramma’s". Kinderen hebben geleerd hoe en waar ze moeten snijden. Deze programma’s zijn bedoeld als straf en of waarschuwing om niets over de cult te verraden.
2-"Brandprogramma’s". Hier geldt hetzelfde als bij de snijprogramma’s, veel voorkomende brandwonden zijn: sigaret brandwonden, hete metalen, en wonden veroorzaakt door vlambare chemicaliën.
3-"Zelfpijnigprogramma’s". Programma’s die bij slachtoffers voorkomen zijn: in scene gezette auto-ongelukken, niet mogen eten, niet mogen slapen, geen noodzakelijke medicatie mogen nemen, de eigen beenderen breken, vooral de vingers en handen.
Dodelijke programma’s. 1-Zelfmoordprogramma’s. Wanneer het slachtoffer of de therapeut te dicht bij het traumatische materiaal komt is er altijd de dreiging van suďcide. Deze programma’s komen in alle slachtoffers voor, meestal zijn er meerdere suďcide programma’s aanwezig.
2-Sluipmoordprogramma’s. Als iemand in de omgeving van het slachtoffer (dit kan een partner maar ook de therapeut zijn) te dicht bij het traumatisch materiaal komt kan het slachtoffer getriggerd worden om deze persoon te vermoorden.
Terugroep programma’s. 1-Rapporteer programma’s. Slachtoffers zijn zo geprogrammeerd om regelmatig terug te rapporteren aan de cult over hun vooruitgang in bijvoorbeeld therapie, maar het kan ook gewoon over het dagelijksleven gaan. Deze programma’s zijn gerelateerd aan tijd of datum (iedere volle maan, nieuwe maan, en of cult feestdagen). Deze programma’s houden de cult op de hoogte van het dagelijks leven van het slachtoffer. Ook zijn deze programma’s bedoeld om het slachtoffer voor bepaalde rituelen terug te roepen om de slachtoffers verder te programmeren.
2-Toegangsprogramma’s. Deze programma’s zijn bedoeld om toegang te krijgen tot het systeem van het slachtoffer, door speciaal voor de cult gecreëerde persoonlijkheidsdelen.
3-Herinneringsprogramma’s. Deze programma’s zijn bedoeld om het slachtoffer eraan te herinneren dat hij of zij toebehoort aan de cult. Deze programma’s dienen ervoor om opnieuw angst te programmeren.
Scrambling programma’s. Deze programma’s zijn bedoeld om het systeem van het slachtoffer door de war te gooien. Speciaal gecreëerde persoonlijkheidsdelen zijn zodanig geprogrammeerd om als stoorzender op te treden. Door deze programma’s worden bijvoorbeeld de woorden van de therapeut door deze programma’s verstoord waardoor er verkeerde informatie binnenkomt. Het kan voorkomen dat de therapeut niet herkend wordt en als beangstigend wordt ervaren.
Overweldigingsprogramma’s. Deze programma’s zijn bedoeld om het slachtoffer te overladen met traumatisch materiaal. Deze programma’s ondermijnen het dagelijks functioneren van het slachtoffer, dit gaat gepaard met symptomen van post-traumatische stress.
Herhalingsprogramma’s. Herinneringen worden opnieuw gedissocieerd. Het kan voorkomen dat een therapeut het werk van de vorige sessie opnieuw moet doen. Dit programma moet geneutraliseerd zijn voordat men met het traumatische materiaal aan de gang kan.
Bedekprogramma’s. Deze programma’s zijn bedoeld om het slachtoffer in diskrediet te brengen. Dit zijn geprogrammeerde herinneringen om de echte herinneringen aan ritueel misbruik te bedekken.
Shutdownprogramma’s. Deze programma’s zorgen ervoor dat het slachtoffer stopt met praten om zo geen verdere informatie prijs te geven.
Verbal responseprogramma’s. Deze programma’s zijn ontwikkeld om acceptabele antwoorden op de vragen van de therapeut te geven. Deze programma’s worden door extreme pijn geleerd door het slachtoffer. De cult programmeur blijft ččn en dezelfde vraag herhalen net zo lang tot het slachtoffer het goede antwoord heeft gegeven.
Nachtmerrieprogramma’s. Deze lijken erg veel op de overweldigings programma’s. Deze programma’s zijn bedoeld om te pijnigen en worden geactiveerd als er verboden materiaal wordt prijs gegeven.
Isolatieprogramma’s. Het kan dat in het systeem van het slachtoffer bepaalde persoonlijkheidsdelen geďsoleerd worden van coöperatieve persoonlijkheidsdelen, zodat er onderling geen informatie door gegeven kan worden. Ook kan het voorkomen dat het slachtoffer zich terug trekt uit het sociale leven, door zich zelf te isoleren van mensen die haar of hem willen helpen.
Snelle switch programma’s. Persoonlijkheidsdelen onderling kunnen niet lang genoeg de controle over het dagelijks leven behouden waardoor het functioneren onmogelijk wordt. Andere programma’s die ook in slachtoffers geobserveerd zijn, zijn: niet kunnen zien, niet voor zichzelf kunnen denken, al het vertouwen in de therapeut verliezen.
Er is genezing mogelijk en de programma’s kunnen verwijderd worden, maar het ontdekken en verwijderen van programma’s kost tijd en vaak veel geduld.
|